Waarom het aannemen van een 'cloud first'-beleid de juiste zet is voor de Australische overheid

24 juni 2014

Een groeiend verlangen om de voordelen van cloud computing te benutten, leidt ertoe dat meer regeringen het bovenaan hun to-do-lijstjes voor technologie plaatsen.

Net zoals bedrijven in de particuliere sector cloud computing hebben omarmd als een manier om kosten te verlagen en de flexibiliteit te verbeteren, volgen overheden op alle niveaus nu hetzelfde pad.

In een recent rapport van de National Commission of Audit werd de Australische Overheid opgeroepen om een ​​verplicht 'cloud first'-beleid in te voeren voor alle generieke informatie met een laag risico en voor communicatietechnologiediensten. De Commissie schatte dat een dergelijk beleid de uitgaven voor IT-infrastructuur met 20 tot 30 procent zou kunnen verminderen.

Ondertussen volgt de regering van Queensland een vergelijkbare aanpak. Het heeft onlangs zijn ICT-strategie geüpdatet met een cloud computing-implementatiemodel waarin een 'cloud first'-strategie is opgenomen. De Overheid van Queensland schat dat de verhuizing kan leiden tot jaarlijkse besparingen van maximaal $ 18 miljoen.

Het is duidelijk dat de invoering van een cloud-first-beleid door de overheid en overheidsinstanties enorme voordelen kan opleveren op het gebied van verbeterde dienstverlening en minder uitgaven van belastingbetalers.

Duplicatie van middelen kan worden verminderd en besparingen kunnen worden gericht op gebieden die maximale voordelen opleveren. Uit het rapport van de Commissie bleek bijvoorbeeld dat de Australische Overheid momenteel meer dan 40 SAP-installaties beheert. Deze situatie kan worden voorkomen door cloudadoptie.

In plaats van individuele afdelingen te investeren in hun eigen IT-infrastructuur, zou de benodigde verwerkings- en opslagcapaciteit kunnen worden verkregen van een geschikte cloudprovider. Als dit proces goed wordt beheerd, ontstaat er uiteindelijk een uniform Infrastructure as a Service (IaaS)-platform voor de hele overheid.

De verandering zou dramatisch zijn. In plaats van elke keer dat er meer IT-resources nodig waren een competitief aanbestedingsproces te moeten volgen, konden afdelingen en bureaus eenvoudig de benodigde capaciteit van een cloudprovider krijgen.

Hoewel er geen twijfel over bestaat dat dit alleen al een aanzienlijke verbetering zou zijn voor elke overheid, kan het concept nog verder worden uitgebreid. In plaats van dat afdelingen hun eigen platform/applicaties op een cloudgebaseerde infrastructuur implementeren, kunnen ze in plaats daarvan overstappen op een volledig uitbesteed Platform as a Service (PaaS) en Software as a Service (SaaS)-model.

Door PaaS en/of SaaS te omarmen, kunnen afdelingen een gecentraliseerde pay-as-you-go-benadering van IT aannemen, waarbij resources op en neer worden geschaald om aan veranderingen in de vraag te voldoen.

Zo'n migratie gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Het kost tijd en planning om verouderde systemen naar een cloudinfrastructuurplatform te verplaatsen. Het zal nog meer moeite kosten om een ​​volledige PaaS- en/of SaaS-aanpak te hanteren.

Cloudproviders moeten ook worden beoordeeld om ervoor te zorgen dat ze de niveaus van betrouwbaarheid en beveiliging kunnen bieden die door overheden worden vereist. Hun fysieke datacenterfaciliteiten zullen zorgvuldig moeten worden beoordeeld, zodat overheidsdiensten erop kunnen vertrouwen dat ze de veerkracht en betrouwbaarheid bieden die nodig zijn om kritieke systemen te ondersteunen.

Factoren waarmee rekening moet worden gehouden, zijn onder meer de geografische locatie, de constructiestandaard, de werkingsstandaarden en de beschikbaarheid van redundante voeding en netwerkverbindingen met het datacenter.

Het aannemen van een cloud first-beleid is volkomen logisch voor overheden. Net zoals de cloud een revolutie teweegbrengt in de IT-infrastructuur voor bedrijven, kunnen vergelijkbare resultaten worden bereikt binnen de publieke sector.